Bescherm ons Groningse Stadspark!

2 november 2019

Op 9 oktober 2019 spraken leden van een werkgroep die lobbyt voor de bescherming van bomen en natuur in het Stadspark Groningen, met de Gemeenteraad over hun zorgen aangaande mogelijke renovatiewerkzaamheden en aanpassingen aan het Stadspark. Dit naar aanleiding van een tussentijds uitgebrachte Collegebrief (d.d. 19-09-2019) over de visie op het Stadspark die besproken in de Gecombineerde Raadscommissievergadering d.d. 09-10-2019 en waaraan in tweede instantie was gerefereerd op de plenaire Raadsvergadering van woensdag 30 oktober 2019. Daarbij werd bijzondere aandacht besteed aan de vrees dat het park zou veranderen in een locatie voor commerciële evenementen met een grotere impact van menselijke activiteiten, zoals grootschalige muziekfestivals. In een tweede raadsvergadering van 30 oktober 2019, zijn deze zorgen besproken door de raadsleden. De Partij voor de Dieren diende tevens vier moties in om de natuurgebieden,  dieren en bomen in het park te beschermen tegen de exploitatie ervan voor meer evenementen. Wij steunen deze moties en hebben deze hieronder gepubliceerd. De definitieve besluitvorming over de voorgestelde plannen voor het Stadspark vindt plaats in 2020. 

Twee aanvullende brieven zijn ook onder de aandacht gebracht van de Gemeenteraad van Groningen. We voegen deze hierbij. Beide brieven zijn geschreven door de heer E.M. Vroom.

Parken in perspectief (9-10-2019)

Politiek Groningen gaat zich binnenkort wederom buigen over de toekomst en functionering van het Groninger Stadspark. In Groningen is de discussie over de stedelijke parken (met name het Stadspark) al vorig jaar (2018) door de gemeente formeel ingezet met een openbare bijeenkomst. Boven verwachting bleek daarvoor veel publieke belangstelling. Intern zal er zeker al veel langer zijn nagedacht over vragen rond de rol van stedelijke parken in een al bestaande toekomst met meer warme zomers, met ook meer meest jeugdig publiek (studentenstad) dat de hete en steeds meer volgebouwde binnenstad wil ontvluchten en zoekt naar al dan niet actief vertier in de buitenlucht (individueel en/of via collectieve happenings). Daarmee komt de oorspronkelijke parkfunctie te weten buitenbeleving, serene rust en natuur wel onder druk te staan.

Onlangs (7 maart 2019) verscheen in het ROm (Magazine Ruimtelijke Ordening) onder de titel ‘Geen loopje met veiligheid in het Park’ een artikel over enige bijeffecten m.b.t. de veronderstelde en als trend vastgestelde veranderende functie van de stedelijke parken. Het ROm verklaart overigens zichzelf tot vakblad voor al degenen die werken in bedrijven, instellingen en bij overheden die te maken hebben met aspecten van Ruimtelijke Ordening. Het artikel vormt een nuttig inkijkje in hoe in een kennelijke kweekvijver van beleidsvoornemens, allerlei beleid wordt beargumenteerd en panklaar voorbereid alvorens het in politieke arena’s ‘democratisch’ (voor de bevolking) kan worden opgediend om het daarna formeel af te kunnen vinken.

Het artikel wilde vooral aandacht vragen voor de nog onvoldoende meegenomen ‘veiligheidsaspecten’ die in parken ‘nieuwe stijl’ zouden gaan spelen. Daarmee leek de overstap naar een parkmodel nieuwe stijl al niet meer ter discussie te staan. De verandering van ‘oude’ naar ‘nieuwe’ stijl bleek gelet op de toon van het artikel inmiddels een gelopen race. Door de schrijvers van het artikel werden in de bewust gekozen beeldvorming de parken ‘oude stijl’, waar rust en natuurlijke uitstraling de boventoon voerden als oubollig afgeserveerd. Een nostalgische prent moest dit ingenomen standpunt nog eens onderstrepen.

Parken ‘nieuwe stijl’ werden neergezet als plekken waar met name jongeren zich actief konden gaan uitleven in allerhande sporten en festivals. Door al die activiteiten zou het nodig worden om bezigheden in banen te leiden en via parcoursen te kanaliseren. Dus infrastructuur met aparte routes voor de diverse gebruikersgroepen als wandelaars, fietsers en actieve sporters ter voorkoming van ongeluk en irritatie. Daarmee zou dus het park voor enkele maanden per jaar een druk pretpark zijn en voor de rest van het jaar een uitgestorven infrastructureel versteend hoogstandje.

Over natuur en de functie rust was in het artikel niets te vinden. Terwijl druk, druk, druk en vooral druk in je hoofd toch in de moderniteit van vandaag een erkend probleem lijkt te zijn geworden. Dit bleek ook al bij de openbare bijeenkomst in het Groninger Stadsparkpaviljoen vorig jaar. Terwijl gemeentelijke ambtenaren en voorlichters hun best deden om voorzichtig tipjes van sluiers op te lichten en de bedenkingen van burgers ontlokkend te inventariseren (kennelijk om weerstanden in kaart te kunnen brengen), vroegen sommige alerte burgers zich af waarom Stadsecologisch beleid niet was vertegenwoordigd in de meeting. Een enkeling erkende zelfs niet te weten of en zo ja wie toch de Stadsecoloog in Groningen was, zodat het stedelijk natuurbeleid een gezicht kon krijgen. Dit maakte pijnlijk duidelijk dat daar waar Ruimtelijke ordening of Stadsbeheer aan de bak zijn, de afdeling stadsecologie en dus de factor natuur een doorbetaalde snipperdag krijgt. Bij het onderdeel ‘stadsvernieuwing binnenstad’ hetzelfde laken en pak.

Zou het niet een goed idee zijn om her en der in de stad plekken te reserveren voor actieve ontspanning en structureel rustieke parken nieuw aan te leggen die maathouden met de groei van de stedelijke binnenstad. Ooit was het Stadspark toereikend voor de stad van toen. Door de bevolkingstoename zijn de parken (is de oorspronkelijke en essentiële functie park) niet meegegroeid. Misschien zijn in natuurvriendelijke groenvoorziening ingepakte campussen bij studentencentra een veel meer geëigende plek om met activiteit een druk hoofd leeg te maken en hormonen tot kalmte te manen en worden daarmee jaarrond veel meer vliegen in één klap geslagen.

Willen we natuur behouden in ook het stedelijk gebied (Europa en Rio leggen ons die biodiversiteitsopgave op) dan moeten we accepteren dat vrije natuur z’n eigen wetten en RO regels heeft en niet gediend is van en met opgelegde vergaande al te slimme functiedeling. Kortom: geef Natuur z’n eigen Ruimte (lijke Ordening) en ze zal ons kostenloos van dienst zijn.

Eppo M. Vroom

………………………………………………………………………………………………………………

Foto – Ruurd Zeinstra

Brief aan de raadsfracties en College Gem. Groningen – Stadspark

Aan:  Raadsfracties en College Gem. Groningen

Ter zake vergadering Gecombineerde Raadscommissie d.d. 09-10-2019

Betreffende het agendapunt Stadspark

Geachte leden van de aanzittende commissies (uit Raad Groningen) en betrokken wethouder(s),

Ten aanzien van het agendapunt ‘Stadspark’, stuur ik u hierbij tekst, c.q. commentaar toe. Dit naar aanleiding van de bovenstaand genoemde vergadering en bespreking van het agendapunt Stadspark. Dit item was middels een eerdere Collegebrief (19-09-2019) aangekaart.

Bij doorlezing van de Collegebrief ter zake, willen wij het volgende benadrukken:

Het Collegestuk vertoont een aantal tegenstrijdigheden. Enerzijds wordt naar verluid vastgehouden aan de visie, anderzijds worden bewust veel elementen ingebracht die een herijking nodig zouden moeten maken waardoor de visie in feite wezenlijk geweld wordt aangedaan. De visie die er was is door gebrek aan middelen onvolledig uitgevoerd en tussentijds wordt wat er nog aan braakliggende visie was, herijkt; een eufemisme voor een herziening van de visie.

Geconstateerd wordt dat er door bouwlust, bedrijvigheid en evenement druk komt op natuurlijk gebied in en rond de binnenstad en om die druk (in een bijna te laat stadium) te verlichten wordt de druk verlegd naar daar waar er iets meer decentraal nog natuurlijke ruimte beschikbaar is. Als argument wordt de nu eenmaal groeiende stenige stad als onbetwistbaar en onbespreekbaar uitgangspunt aangevoerd. Het groeimodel als evangelie.

Het is voelbaar dat het College aanstuurt op een verdere benutting van het Stadspark voor met name intensivering van het recreatief gebruik en bezoek, voor facilitering van evenementen en voor het inbrengen van bebouwing. Het park wordt voor efficiëntere benutting vervolgens opgeknipt naar functies. Gesteld wordt dat de natuurwaarde (genoemd worden: biodiversiteit, ecologische- en klimaat- dempende waarde) versterkt moet worden, anderzijds wordt de min of meer robuustere natuur verdreven naar één segment uit de taart en dus gekortwiekt. Over de potentie qua natuur (dus uitbreiding van deze waarde) wordt al helemaal niet gerept. Er is vooral potentie voor entertainment.

Dat zoiets als een stadspark als groene long (zuiverend, afkoelend, opslag van biodiversiteit, afwezigheid van hectiek, etc.) een eigenstandige functie heeft voor de gehele stad wordt gemist. Het is meer van: we willen ontsnappen aan de binnenstad met de hectiek die ons eigen is, en ……oh ja daar is het stadspark, een nutteloos braakliggend gebied waarin toch te weinig gebeurt, laten we daarheen verhuizen en vervolgens erin leeglopen.

Het argument is: de stad heeft recht op het park voor iedereen wat wils, dus vertrekt ook in dat kielzog de stedelijkheid mee daarheen. Nog meer stedelijkheid en nog minder natuurwaarde.

Ooit zag grootindustrieel Scholten het scherp. Hij gaf de stad een groot park voor ontspanning en contact met het natuurlijke buiten. Het park was qua omvang aanzienlijk ten opzichte van de toenmalige stenen stad.

De woningen voor minder welgestelden waren hokkerig en de leefomgeving was benauwd. Voor hen was nu ook natuurbeleving, frisse lucht en vergezicht beschikbaar. Inmiddels is de stad al vele malen gegroeid en om het park heen gedrapeerd. Het park is relatief t.o.v. de stad verkleind. Bovendien wordt het park nu opgeknipt en verkaveld naar functies die strijdig zijn met natuurwaarde, natuurontwikkeling en natuurbeleving.

Te zeggen dat de trends en de publiekswensen nu anders zijn is te gemakkelijk: u vraagt, wij draaien? Op andere terreinen kan de overheid wel optreden tegenover gewoonten en trends: anti-rook en autoluw beleid. Er is dus klaarblijkelijk een gemeentelijk eigenbelang: ‘Marke-ting-eling Groningen’ moet geld in het laadje brengen.

De wens tot evenement en sneller vertier is begrijpelijk, maar gemeente, maak dan terreinen buiten de stedelijkheid daartoe beschikbaar en zorg voor openbaar vervoer en toegankelijkheid. Dáár een filmtheater, zandstrandje, sportactiviteit en nog wat bomen toe.

Als ook het Stadspark is uitgeknepen, komen dan de begraafplaatsen in beeld? Bomen, natuur, rust en relatief veel ha en voor de rest ligt het daar ook maar een beetje onbenut stil te wezen, zou zo maar iemand uit de op dynamiek, ontwikkeling en slimme functiedeling gerichte wereld van de een of andere naar uitbreiding en intensivering smachtende afdeling RO kunnen bedenken.

Met vriendelijke groet,

E. M. Vroom

Mede namens een kring van aan Bomenridders gerelateerde verontruste burgers waaronder inspreekster ter zitting op 09-10-2019.

Motie – Partij voor de Dieren – Bescherming voor bomen en beestjes tijdens feestjes

Motie Partij voor de Dieren – Geen bomenkap in het Stadspark