Kristin McGee – Voorzitter Bomenridders Groningen
Vertaling – Wilma de Kroon
11 juni 2018
In de provincie Groningen vindt een grootschalige aanval plaats op de bomen. Als het je niet is opgevallen moet je wel blind zijn. Jaarlijks neemt het aantal gekapte bomen toe, kapregels worden versoepeld en natuurwetgeving wordt uitgekleed (je kunt nu kappen tijdens het broedseizoen). Staatsbosbeheer en andere semi-private organisaties (Natuurmonumenten, Landschapsbeheer) krijgen steeds meer de vrije hand bij het naar believen beheren van natuurreservaten. In veel gevallen zijn deze organisaties zelfs niet langer verplicht om bij te houden welke bomen ze uit onze parken en bosgebieden weghalen. In het recente verleden is deze groene aanval pijnlijk zichtbaar geworden in onze straten en parken, waar de boomkronen tot ongepaste hoogte zijn opgesnoeid. Of nog erger, bomen zijn op de meest bizarre manieren getopt, ge‘liontailed’ (uitgehold) en gesnoeid, hetgeen scheve, onregelmatige, lelijk gevormde kronen tot gevolg heeft. In sommige gevallen heeft de gemeente de kronen tot 7 meter hoog opgesnoeid en dikke takken, die de boomstructuur geven, worden verwijderd, waardoor bomen kwetsbaar worden voor plagen en ziektes. Stads(groen)beheer claimt dat deze maatregelen worden genomen volgens landelijke regels, waardoor boomkronen langs straten 4,5 m en 2,5 m langs trottoirs opgehoogd moeten worden, maar onze ‘European Tree Technicians’ breiden dit nu regelmatig uit naar 5 m langs trottoirs en 7-8 m langs straten. De kroon tot stam ratio krimpt wekelijks verder.
Maakt dit onze bomen veiliger? Of is het eerder een manier om ze sneller rijp te maken voor de kap? Het huidige onderhoud waaraan onze bomen worden onderworpen maakt ze in werkelijkheid ziek, kwetsbaar, onstabiel en onveilig en ja, rijp voor de kap. Nog maar een paar jaar nadat deze nieuwe agressieve snoeimethoden het hele land hebben veroverd, laten bomen een verminderde groei zien, er hangen meer dode takken verdrietig aan de stam en gapende gaten verschijnen in de boomkronen. Deze bomen zullen nooit zo lang leven als hun voorgangers.
De redenen voor de grootschalige aanval op onze bomen zijn niet moeilijk te raden. Ze kunnen worden afgeleid uit de vele duurzame energieplannen en uit adviesrapporten, gepubliceerd sinds 2012. Om te beginnen een onthullend adviesdocument getiteld “Benutting Biomassa” (beschikbaar op onze website) – een voorstel van de “afdeling beleid en programmering” aan de gemeenteraad, waarin de suggestie wordt gedaan dat de groenarbeiders van de stad hun snoeimethoden ‘creatiever’ moeten toepassen, zodat er meer hout voor biomassa wordt geoogst. Nadat we dit document hadden gelezen, zijn we begonnen de impact te inventariseren die de impuls aan de biomassa op het stadsbos teweeg heeft gebracht. Een van de belangrijkste gesprekken voerden we in 2017 met de technici van de nieuwe hightech biomassa-oven van sportcentrum Kardinge, een van de 5 sportcentra in de gemeente die overgestapt zijn op biomassa-energie. Zij bevestigden wat wij al vermoedden, nl. dat de gemeente momenteel een contract heeft met Staatsbosbeheer voor de organisatie van het verzamelen, versnipperen en de distributie van houtsnippers uit de stad voor de verkoop als brandstof in ovens zoals deze. De gemeente verzamelt gemiddeld ongeveer 4000 ton hout in 1 jaar (“Benutting biomassa”). Kardinge bevestigde dat ongeveer 400 ton hout ‘afval’ van wat de stad jaarlijks verzamelt in deze ene instelling wordt verbruikt en dat hiermee de jaarlijkse behoefte aan energie nog niet eens voor de helft wordt gedekt (brief van de gemeente naar BRG). De conclusie ligt voor de hand, biomassa zal nooit een realistische bron van duurzame energie kunnen zijn.
Sinds de klimaatakkoorden hebben de stad en het land zich gecommitteerd om een snelle energietransitie naar zogenaamde duurzame energiebronnen te realiseren en biomassa lijkt hierin de favoriete keuze te zijn. In het jaar 2035 wil de Eemshaven uitsluitend energie produceren uit biomassa en bij voorkeur afkomstig uit plaatselijke, ‘duurzame’ bronnen (Probos). De provincie stelt zich ten doel om in het jaar 2050 alle energie uit duurzame bronnen te halen, met name biomassa, naast wind- en zonne-energie (“Vol Ambitie – weg naar de transitie 2018”). Dit ondanks waarschuwingen uit wetenschappelijke kringen (KNAW, Zembla, Wageningen…) voor de ernstige gevolgen van houtverbranding zoals toegenomen luchtvervuiling, ontbossing, gezondheidsproblemen (astma en bronchitis) en een vreselijk verlies aan biodiversiteit en in het wild levende dieren. Om kort te gaan, deze oplossing die men zich voorstelt zal catastrofaal uitpakken voor mens, dier en milieu. Maar we zien de negatieve effecten al van het terugvallen op biomassa in onze straten, parken en bossen.
De Bomenridders ontvangen dagelijks mail van inwoners die getuige zijn geweest van de nietsontziende aanval op bomen in de stad. Ze hebben ons foto’s gestuurd van verminkte kronen, met slechts een paar overlevende taken die slap aan de kale, zonverbrande stammen hangen. Ze hebben ons emotionele verhalen geschreven over hun bewondering voor geliefde bomen die ooit trots naast hun huizen stonden en hoe deze genegenheid veranderde in schok en verdriet toen ze die bomen als lijken zagen liggen, terwijl hun ledematen met na de kap werden verpulverd door krachtige, oorlogszuchtige machines. Met tranen in hun ogen en bevende stem hebben ze ons verteld over de woede die ze voelden door de achteloosheid waarmee 100 jaar oude bomen werden gekapt of ‘gesnoeid’. Ze vroegen ons waarom hun klachten werden genegeerd of arrogant afgedaan met algemeenheden als “wij weten het beter”, of met verwijzingen naar zogenaamde ziektes, of ‘gevaarlijke’ bomen. Of er werd hun gezegd “maak je geen zorgen, er wordt een nieuwe geplant”.
Ik heb al die emoties ook gevoeld, hopelijk het bewijs voor mijn menselijkheid en misschien een biologische waarschuwing voor de groeiende kwetsbaarheid van deze planeet zonder de weldaad van grote, oude bomen, die ons beschermen tegen een vijandige omgeving. Meer en meer voel ik mij als een vreemde in mijn eigen stad, zoals ik vermijd omhoog te kijken naar die zielige ‘beheerde’ bomen die ze hebben laten staan in onze straten en parken. Wanneer ik er één ontdek die nog onaangetast lijkt door de giftige handen van onze “groenarbeiders”, slaat mijn hart een slag over, maar dan denk ik, het is slechts een kwestie van tijd, voordat ze deze ook te pakken krijgen. Het is afgesproken beleid, waarbij geen enkele boom veilig lijkt te zijn, ze laten geen boom heel. In deze crisistijd zijn bomen slechts objecten die gestandaardiseerd moeten worden, beheerst en geoogst lang voordat ze volwassen zijn. Het lijkt erop dat oude bomen, zoals vele duizenden andere levende wezens, verschijnselen uit het verleden gaan worden.