Maandag om 9:30 op het Guyotplein 1 in Groningen vindt de zitting met de voorzieningenrechter plaats over de geplande bomenkap van vijf bomen en herplant van één boom op de Akerkhof. De zitting duurt ongeveer 60 minuten.
We hopen dat we de kans krijgen om alle van onze belangrijke tegenargumenten voor te leggen. We hebben twee brieven gestuurd die behandeld zullen worden waarvan hier een is:
Datum: 11 februari 2019
Betreft: Beroepschrift tegen besluit op bezwaar omgevingsvergunning kap bomen zake A-Kerkhof nummer 201806482 en verzoek tot het treffen van een Voorlopige Voorziening
Geachte mevrouw/heer/mens,
Hierbij deel ik u mede, in mijn hoedanigheid als bestuurder (voorzitter) van de Stichting Bomenridders Groningen, bij dezen een beroep in te stellen tegen het besluit (zie bijlage) van de Gemeente Groningen om bezwaren tegen de vergunning (zie bijlage) als vermeld in de kop van deze brief, ongegrond te verklaren en zo kap van bomen te faciliteren.
Er is sprake van dat deze kap op korte termijn zal aanvangen, zodat noodgedwongen bij dezen ook een verzoek tot het treffen van een Voorlopige Voorziening meegaat teneinde bezwaren die door de gemeente onvoldoende en/of niet weerlegd zijn, inhoudelijk te kunnen behandelen alvorens tot eventuele kap van bomen zou kunnen worden overgegaan.
Gezien de urgentie en de korte voorbereidingstijd wil ik het hierbij laten met die aantekening dat ik onderstaand puntsgewijs een aantal aandachtspunten alvast wil opsommen.
In de bijgevoegde brief (bijlage 3) treft u aanvullingen op de hier geboden argumentatie aan.
Een aantal oude en nieuwe punten van bezwaar die onvoldoende door het verweer van de gemeente in besluit op bezwaar zijn weerlegd, dan wel besproken treft u naast enige overwegingen onderstaand aan:
- In overweging is te nemen dat het politieke besluit tot herinrichting van de A-kerk locatie is genomen door een partijpolitieke afspiegeling van de Groninger gemeenteraad en navenant College, welke nu actueel en grondig is gewijzigd; er zijn ook signalen dat het nieuwe College dan wel de Raad tot andere afwegingen zou kunnen komen; een eventueel gewijzigde herinrichting zou behoud van de bomen kunnen impliceren; onmiddellijke kapactiviteit doorkruist de uitkomst van deze herbezinning.
- Onvoldoende is gebleken uit al dan niet verrichtte evaluatie dat de gerealiseerde herinrichting van bijvoorbeeld de A-straat tot toegenomen gebruik van het gebied en intensievere winkelnering heeft geleid; dit is wel steeds een van de onderleggers van de aanpak geweest.
- Daarentegen waarderen juist veel omwonenden de huidige inrichting en zien ook anderen de kerk zelf en z’n onmiddellijke groene omgeving als één ondeelbaar geheel, zeker ook vanuit historisch perspectief.
- Het kappen van de bomen zoals beoogd, betekent grotere kans op effecten als windworp voor de overige bomen; windworp wordt door de gemeente vaak aangehaald als argument om resterende bomen uit een groep mee te kappen als enkele om welke reden dan ook gekapt gaan worden; dus waarom zou op locatie A-kerk dit risico op windworp niet optreden.
- De gemeente argumenteert dat als gevolg van klimaatverandering er meer bomen moeten komen om verkoeling te bereiken; waarom dan juist hier nadrukkelijk meer zonlicht toe te laten?
- De bomen genereren veel insecten en daar profiteren veel vogels en ook vleermuizen van; deze ecologische waarde en natuurlijke levendigheid wordt niet verkregen met onnatuurlijke beplanting in bakken op voor veel dieren onveilige sta-of zithoogte van mensen in een terrasvormige entourage.
- Er wordt door de gemeente gesteld dat het gebied een plantsoen is in de betekenis die Van Dale daar aan geeft (een gebied met bomen en heesters beplant terrein) en om die reden gezien artikel 3 van de akte van erfpacht moet worden ingericht als plein en zoveel mogelijk als plantsoen door de erfpachter; maar het gebied wordt nadrukkelijk ingericht als verblijfsplek met plantenbakken en stoeltjes en tafeltjes dus geen plantsoen; de functie wijzigt van doorloopgebied naar verblijfsgebied met terrasfunctionaliteit.
- De gemeente (Commissie) overweegt steeds, maar schiet te kort in vaststellen: hoe weet de gemeente bijvoorbeeld dat de te creëren plek (winderig en warm) een plek is waar mensen graag willen verblijven; kan de gemeente voorbeelden geven waar die situatie zich voordoet?
- Er is geen overzicht geboden van de beoogde beplanting in de bakken, dus is ook de veronderstelde mate van biodiversiteit op voorhand niet vast te stellen.
In bezwaren van andere bezwaarmakers is nog veel meer aan argument aan te treffen, dat bij opvolgende behandeling kan worden ingezet ter toetsing gemeentelijke overwegingen. Zie ook bijlage 3.
Met die behandeling in het vooruitzicht behouden wij ons graag het recht voor tot aanleveren nadere toelichting.
Met dank en vriendelijke groet,
K. McGee
Voorzitter Stichting Bomenridders Groningen